Hoe monitor je risico’s in de opeenvolgende bouwfasen?

Projectmanagers dragen een flinke verantwoordelijkheid. Het uitvoeren van de bouw precies volgens projectplanning en het opleveren van het bouwwerk exact conform de specificaties krijgt vaak de hoogste prioriteit. Toch wordt omgevingsmonitoring steeds belangrijker omdat ervaring leert dat claims en klachten uit de omgeving projecten stil kunnen leggen of flinke schade-herstelkosten projecten verliesgevend maken. Omgevingsmonitoring is alleen afdoende wanneer de monitoring iedere bouwfase anders wordt ingericht.

Iedere volgende bouwfase andere monitoring

Op de bouwplaats is ‘verandering’ de enige continue factor, zeker door de verschillende bouwfasen heen. De monitoring dient met deze veranderingen mee te lopen om risico’s in de omgeving überhaupt te kunnen monitoren maar ook om dit op een efficiënte manier (qua tijd en kosten) te doen. Onderstaand leggen wij uit waarom de monitoring zal moeten worden aangepast in de opeenvolgende fasen van grote bouw- en infraprojecten.

 

  • In iedere volgende fase worden andere werkzaamheden uitgevoerd. Werkzaamheden die in een groter, of juist kleiner gebied risico kunnen geven op schade of hinder. Het risicogebied (of contour) is de straal van x aantal meter waar binnen schade of hinder kan ontstaan als gevolg van project werkzaamheden.
  • Iedere volgende fase kan meer of juist minder risico/ kans geven op schade of hinder in de omgeving.
  • De hoogte van de eventuele schadeclaims kan in iedere fase hoger of juist lager zijn. Riskeer je met de werkzaamheden in die fase cosmetische schade of riskeer je constructieve schade waarvan de herstelkosten dramatisch hoger zullen zijn?
  • In iedere fase kan een andere belending risico lopen. Welke belending vraagt monitoring in de volgende fase?
  • Loopt het project in de volgende fase een verhoogd risico door trilling, geluid, schommeling grondwaterstand, deformatie of zakking? Het kan zijn dat monitoring in de volgende fase compleet andere risico’s zal moeten signaleren.

 

Monitoringsplan bbci Frijwijk

Bbci Frijwijk stelt monitoringsplannen op waarin per (deel)fase wordt beschreven welke monitoring nodig is. Zo wordt gedurende alle projectfasen voldaan aan de geldende richtlijnen en het bouwbesluit en wordt schade en hinder in de omgeving tot een minimum beperkt.

 

Hoe kan monitoring verschillen in de volgende bouwfase?

Iedere bouwfase kent dus andere omgevingsrisico’s. Daarom stelt bbci Frijwijk monitoringsplannen op. Het monitoringsplan geeft, per fase, antwoord op de volgende vragen:

  1. Welke werkzaamheden vinden in deze fase plaats?
  2. Welke omgevingsrisico’s geven deze werkzaamheden? Is er bijvoorbeeld een verhoogd risico op schade of hinder door trillingen, deformaties, zakkingen, geluid en/ of schommelingen in de grondwaterstand?
  3. Zijn de risico’s in deze fase hoger of juist lager dan in de voorgaande fase? Kortom, moet er opgeschaald of kan er juist afgeschaald worden (kostenbesparing)?
  4. Is de straal waar binnen schade of hinder kan ontstaan groter of juist kleiner dan in de voorgaande fase? Kan bbci Frijwijk bijvoorbeeld bepaalde monitoring weer demonteren?
  5. Zijn er maatregelen nodig om schade of hinder te voorkomen of beperken? Is het nodig om voor een andere uitvoeringsmethodiek te kiezen? Of kan bebouwing in de omgeving worden verstevigd?
  6. Is verplaatsing van eerder opgestelde monitoring nodig?
  7. Waar en hoe kan de extra benodigde monitoring worden gemonteerd?

 

Aanleg van bouwkuip geeft grote omgevingsrisico’s

De meeste projecten starten met de aanleg van een bouwkuip. Daarmee wordt de bouwplaats grond- en waterdicht gemaakt juist om risico’s in latere bouwfasen te beperken. Tegenstrijdig is het feit dat de bouwkuip risico’s in latere fasen drastisch beperkt, maar dat de aanleg ervan de fase met de grootste risico’s is geworden. Risicovolle werkzaamheden die in deze bouwfase worden opgepakt, zijn:

  • intrillen/duwen van damwanden en het heien/boren van palen
  • aanleggen van stempels, kokerprofielen of een compleet stempelraam binnen de kuip
  • onttrekken van grondwater/ grondwater bemaling
  • aanbrengen van ankers buiten de kuip

Monitoring bij aanleg bouwkuip

Het aanleggen van de kuip is een tijdrovende klus die tot wel 9 maanden kan duren. Voor omstanders en omwonenden lijkt het bouwproject pas te vorderen nadat de bouwkuip tot aan het maaiveld is ingericht en er zichtbaar een bouwwerk de hoogte ingaat. De risico’s op schade en hinder zijn echter het grootst voor dat moment daar is en de droge kuip is gerealiseerd. Bbci Frijwijk monitort projecten daarom in de ‘bouwkuip fase’ op het onderstaande:

Advies voor monitoring door bouwfasen heen

Heeft u vragen over omgevingsmanagement door de projectfasen heen? Neem dan contact op met bbci Frijwijk via 010-281 84 44. Wij denken graag met u mee.

Kan ik u helpen?

Hallo, ik ben Stefan, technisch adviseur bij bbci Frijwijk. Ik vertel graag meer over wat we voor uw project kunnen betekenen.

Plan een adviesgesprek

Nieuwsbrief

We delen maandelijks informatie over de laatste ontwikkelingen. Schrijf u in voor de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Aanmelden

Plan een adviesgesprek