Aannemers kunnen niet om de SBR Trillingsrichtlijnen heen. Immers veel bouw-, sloop- en renovatiewerkzaamheden veroorzaken trillingen waardoor deze verhoogd risico op schade of hinder geven in de projectomgeving. In deze blog buigen wij ons over de SBR Trillingsrichtlijn A: Welke invloed heeft de SBR Trillingsrichtlijn A op de dagelijkse praktijk van aannemers?
Aannemers hebben te allen tijde te maken met trillingsrichtlijnen. Immers hun werkzaamheden kunnen trillingen veroorzaken. Werkzaamheden zoals heien, slopen, het aan- en afrijden van zwaar bouwverkeer en het intrillen van damwanden. De drie SBR-richtlijnen geven aannemers handvaten om objectief de trillingswaarden te meten en ook te beoordelen. Maar dat niet alleen: aannemers hebben ook de plicht om zich aan de richtlijnen te houden. De wettelijke/ juridische grondslag hiervan is vastgelegd in artikel 3.1 zijnde de Wet Ruimtelijke Ordening. Ook verwijst het Bouwbesluit naar de SBR-richtlijnen.
De richtlijnen van het SBR (voluit Stichting Bouw Research) ofwel SBRCURnet bestaan uit drie delen. Deel A is het leven geroepen om schade aan gebouwen te voorkomen. Deel B om hinder voor personen te beperken. Tenslotte is deel C opgesteld om schade aan apparatuur te voorkomen.
Aannemers ervaren in hun dagelijkse praktijk vaak de meeste gevolgen van deel A: het deel gericht op het beperken van schade aan gebouwen. In 2017 is dit deel geactualiseerd. Deel A is nu een boekwerk van 93 pagina’s. De richtlijn beschrijft de methodiek om te komen tot grenswaarde(n) waar binnen de trillingen moeten blijven die een project mag veroorzaken. Belangrijk om te weten: blijf je onder de grenswaarden dan is het niet zo dat je geen risico loopt op omgevingsschade. Dat niet, maar het risico wordt wel acceptabel genoemd. Aan de andere kant: overschrijd je de grenswaarden dan is niet zo dat je per definitie schade veroorzaakt. Dat niet, maar je loopt wel een verhoogd risico. Je kunt de grenswaarden overschrijden, maar zorg er wél voor dat je de mogelijke gevolgen zorgvuldig hebt overwogen.
Bureaus als bbci Frijwijk helpen aannemers om de grenswaarden te bepalen (volgens de SBR-bepalingsmethodiek) voor alle verschillende projectfasen. Deze grenswaarden worden bepaald na uitvoerig onderzoek van de projectcontour (bouwkundige opname ofwel belendingen onderzoek) én van het projectplan. Ook wordt de uitvoeringsmethodiek getoetst. Bureaus als bbci adviseren hoe je trillingen gaat meten, hoe je de gemeten trillingen beoordeelt en hoe je gaat waken op overschrijding van de normen.
Bbci Frijwijk zal altijd vooronderzoek doen om te komen tot een overall plan waarbij trillingen over alle projectfasen heen worden gemonitord. Ons vooronderzoek zal bestaan uit onderstaande aspecten.
Op basis van de bevindingen uit het vooronderzoek stellen wij een overall plan op om trillingen te monitoren, over alle projectfasen heen. Het op- en afschalen van trillingsmonitoring en het verschuiven van trillingsmeters in opeenvolgende fasen geeft altijd mogelijkheden om kosten te beperken. Wél blijft het hoogste doel om schadeloos te bouwen. Gelukkig kennen wij alle ins & outs, niet alleen op het gebied van trillingen, maar ook op andere omgevingsrisico’s als deformatie/ zetting en te grote grondwaterschommeling.
Neem dan contact op met de experts van bbci Frijwijk via 010-281 84 44.