Hoe kun je aan BRL 5023 voldoen zonder de project-efficiency te schaden?

Voor aannemers is het monitoren op trillingen aan de orde van de dag. Logisch, omdat zij sowieso trillingen teweegbrengen in de omgeving. Trillingen die naast overlast mogelijk ook schade veroorzaken met eventueel daarbij komende schadeclaims. Daarom is de BRL 5023 richtlijn in het leven geroepen: als richtlijn die ervoor zorgt dat trillingsmonitoring wordt ‘ingebed’ bij uitrol van projecten in stedelijke gebieden. Omdat de BRL-richtlijn 5023 zo belangrijk is voor bouw-, infra-, sloop- en renovatieprojecten buigen wij ons over de vraag hoe je aan deze richtlijn kunt voldoen zonder de efficiency van het project te schaden.

Wat houdt trillingsmonitoring in volgens de BRL 5023 richtlijn?

BRL 5023 geeft aan HOE het proces eruit moet zien voor het monitoren op trillingen. Kortgezegd geeft de richtlijn aan dat binnen elk project onderstaande zaken behandeld moeten worden.

  • Inzicht verkrijgen in ‘de zwakke plekken’ binnen de risicocontour/ risicostraal. Projecten dienen bijvoorbeeld een rapport belendingen/ rapport van bouwkundige vooropname te kunnen overleggen voor hun specifieke project, binnen die specifieke projectomgeving.
  • Opstellen van een gedetailleerd bouwplan.
  • Uitvoeren van trillingsmetingen/trillingsmonitoring.
  • Het toetsen van trillingen aan de waarden die zijn toegestaan volgens de SBR Meet- en Beoordelingsrichtlijnen, het vastleggen van vooraf bepaalde signaal- en grenswaarden en het eventueel onderzoeken van eventuele afwijkingen daarop. De BRL 5023 en de SBR-richtlijnen zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Daarbij geeft de BRL 5023 richtlijn aan hoe je het proces inricht van trillingsmonitoring. De SBR richtlijn vult dit aan. Aan de hand van de SBR-richtlijnen kom je tot specifieke grens- en streefwaarden van trillingen. Let wel op: metingen volgens deel C (storing aan apparatuur) vallen hierbuiten. Het gaat hier dus vooral om SBR-A (schade aan gebouwen) en SBR-B (hinder voor personen).

Hoe kun je aan BRL 5023 voldoen zonder de efficiency van het project te schaden?

Van aannemers wordt geëist dat zij trillingsmonitoring op hun project invullen volgens de hoge kwaliteitsstandaarden van de BRL 5023. Daarnaast is het zaak om de monitoring efficiënt in te richten in termen van kosten en tijd. Bbci ondersteunt de branche al 30 jaar hierbij. Wij pakken trillingsmonitoring gestructureerd op: steeds stap voor stap.

Trillingsmonitoring bij bbci volgens de BRL 5023 en de SBR Meet- en Beoordelingsrichtlijnen

Bbci Frijwijk biedt trillingsmonitoring volgens de BRL 5023 richtlijn. Hiervoor ondernemen wij steeds weer onderstaande stappen.

  • Stap 1: inventariseren van de werkzaamheden die trillingsrisico’s geven binnen de specifieke projectomgeving.
  • Stap 2: bepalen van de risico contour. Op basis van de uit te voeren werkzaamheden (stap 1) en eigenschappen van de projectomgeving (zoals samenstelling van de grond) wordt een straal bepaald van x aantal meters waarbinnen het trilling risico van het project ligt.
  • Stap 3: inventariseren welke kwetsbare belendingen/ objecten binnen de contour aanwezig zijn. Een rapport belendingen of rapport van bouwkundige vooropnames  geeft hier uitsluitsel over. Monumentale panden, panden met een zwakke fundering of met slecht metselwerk worden sowieso beschouwd als ‘kwetsbaar’.
  • Stap 4: opstellen van een overall monitoringsplan op trillingen door alle projectfasen heen. Bij het opstellen van dit plan zal eerst aan de hand van de SBR richtlijn worden bepaald wat de toegestane trillingswaarden zijn en dus op welke maximale waarden zal moeten worden gemonitord. In het plan moet worden opgenomen waar, hoeveel trillingsmeters worden geplaatst. Bbci heeft niet alleen ervaring in het efficiënt inrichten van monitoring over alle projectfasen heen, maar ook in het bouwen van handige meetopstellingen. Zo kunnen wij de inzet van trillingsmeters beperken: ben je benieuwd hoe, klik dan door naar een eerdere blog.
  • Stap 5: monitoring starten. Volgens de BRL 5023 richtlijn dienen de trillingsmeters gekalibreerd te zijn en volgens een checklist geïnstalleerd te worden. Ook moet er een nauwkeurige administratie zijn van de meters (zoals van de locatie) en van de ontvangen trillingsdata.

Predictie en monitoring op andere omgevingsrisico’s

Voor de volledigheid geven wij hier aan dat bbci ook trillingspredicties afgeeft. Deze kan inzicht geven in de beste uitvoeringsmethodiek van risicovolle werkzaamheden. Denk daarbij aan heien, intrillen of trekken van damwanden en het aanleggen van bouwputten. Ook kan het preventief verstevigen van belendingen verstandig zijn. Bbci monitort bovendien ook op andere omgevingsrisico’s zoals op deformatie, zakking en zetting. Opdrachtgevers weten de centrale dossiervorming te waarderen als zij monitoring op alle omgevingsrisico’s bij ons onderbrengen.

 

Vragen aan Bbci Frijwijk

Heeft u vragen over het integreren in uw projectorganisatie van trillingsmonitoring conform de BRL 5023 richtlijn? Schroom dan niet en bel ons. Wij denken namelijk echt heel graag mee. Bel ons via 010-281 84 44 of vraag contact aan.

Trillingsmeting van bbci frijwijk

Kan ik u helpen?

Hallo, ik ben Stefan, technisch adviseur bij bbci Frijwijk. Ik vertel graag meer over wat we voor uw project kunnen betekenen.

Plan een adviesgesprek

Nieuwsbrief

We delen maandelijks informatie over de laatste ontwikkelingen. Schrijf u in voor de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Aanmelden

Plan een adviesgesprek