Door werkzaamheden tijdens een bouw- of infraproject kunnen deformaties, ofwel vervormingen, optreden. Mogelijk met schade aan omliggende bouwwerken tot gevolg. Met behulp van deformatie- en herhalingsmetingen kan worden vastgesteld in hoeverre hier sprake van is. Ze ondersteunen dus bij de risicobeheersing. Om die reden kan het verstandig zijn om deformatiemetingen uit te voeren, nog voordat de werkzaamheden starten. Soms zelfs noodzakelijk. Of die noodzaak er is, kan worden bepaald met diverse analyses van de omgeving.
Bij een deformatiemeting worden omgevingsfactoren geregistreerd die invloed kunnen hebben op de staat van bestaande en nieuwe objecten. Zo is het mogelijk dat omliggende bebouwing verzakt bij een slappe of zwakke ondergrond. Ook kunnen schommelingen in het grondwaterpeil schade aan de omgeving veroorzaken.
Deformaties kunnen op verschillende manieren plaatsvinden: huizen kunnen scheef gaan staan en er kunnen scheuren in binnen- en buitengevels ontstaan. De oorzaak van deformaties is niet altijd bekend. Toch zijn de effecten met een aantal metingen te achterhalen. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van verschillende soorten deformatiemetingen; in deze blog bespreken we XYZ-metingen en NAP-metingen.
Een XYZ-meting heeft als doel om eventuele verplaatsingen of scheefstand van panden en objecten nauwkeurig vast te leggen. Dit om eventuele deformaties tijdens bouwwerkzaamheden te kunnen vaststellen. Kenmerkend voor een XYZ-meting is dat er, afhankelijk van de mogelijke deformaties, niet alleen verzakkingen maar ook verplaatsingen in kaart worden gebracht. Er wordt dus zowel horizontaal (XY) als verticaal (Z) gemeten.
Bij een XYZ-meting worden diverse meetmerken aangebracht aan panden of objecten die gemonitord dienen te worden. De meetmerken worden voorafgaand aan de werkzaamheden op de objecten aangebracht en zullen gedurende het bouw- of infraproject blijven zitten. Vervolgens wordt een nulmeting uitgevoerd. Die brengt de startsituatie van het project in kaart middels een rapportage waarin alle meetpunten en -waardes te vinden zijn. Bij een herhalingsmeting worden dezelfde meetmerken gebruikt waardoor eventuele verplaatsingen waarneembaar zijn. Ook die metingen worden vastgelegd in een rapportage of online presentatie portal.
NAP staat voor het Normaal Amsterdams Peil; een referentiepunt dat men onder andere gebruikt bij het meten van terreinen. Grondwater staat bij een bouw- of infraproject vaak hoger dan gewenst. Bij een te hoog grondwaterniveau kunnen deformaties ontstaan. Het NAP is onder andere te meten met een NAP-bout. Door het gehele land zijn ruim 35.000 peilmerken (NAP-bouten) aangebracht. Deze hebben een bepaalde hoogte ten opzichte van het NAP en zijn verankerd in bijvoorbeeld huizen, bruggen en viaducten. Een NAP-meting is vergelijkbaar met een Z-meting (verticaal), alleen wordt geen meetmerk maar een NAP-bout als referentie genomen. Een variant op de NAP-meting is de gps-meting. Daarover lees je volgende maand meer.
De XYZ-meting en NAP-meting zijn slechts enkele voorbeelden van metingen die bbci Frijwijk kan uitvoeren om deformaties tijdens een bouw- of infraproject te registreren. In de blog van volgende maand vertellen we je meer over de andere deformatiemetingen die wij kunnen verrichten.
Heb je tot die tijd vragen of opmerkingen? Je kunt altijd contact met ons opnemen, onze experts staan je graag te woord. Wil je na het lezen van deze blog weten wat bbci Frijwijk voor jou en je bouw- of infraproject kan betekenen? Vraag dan direct een gratis en vrijblijvende offerte aan.